FAQ

Op deze pagina vind je een samenvatting van de meest gestelde vragen over ecologische detectiehonden en de inzet ervan.
Als je nog vragen hebt, kan je ze stellen in een mail naar zoekdier@odisee.be.

Hond

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ze in 90% van de gevallen betere resultaten behalen dan andere methoden. Zoekhonden kunnen tot wel 10 keer beter zijn dan haarvallen, cameravallen en geurvallen gecombineerd. Ze kunnen ook complementair ingezet worden met andere methoden (zoals drones bijvoorbeeld). 

Dit is sterk afhankelijk van het trainingsniveau, de leeftijd van de hond, temperatuur en vochtigheid, zoekgedrag en uitdagingen van het terrein. Zo kan bijvoorbeeld een gedreven zoekhond voor wolvenuitwerpselen 1 à 2 uur intensief zoeken bij niet te warme temperaturen met behoud van een hoge kans op succes.

Dit hangt af van verschillende factoren, maar sommige honden kunnen tot hun 10 jaar of ouder worden ingezet. Het afzoeken van grote afstanden kan een probleem worden voor oudere honden. Karakter, gezondheid en het vereiste werk bepalen hoe lang de hond kan blijven werken op een welzijnsvriendelijke manier. 

De benodigde tijd is afhankelijk van de hond en welke geur ze moeten aanduiden. Gemiddeld duurt het 1-2 jaar om een nieuwe hond te trainen tot een volledig operationele zoekhond in het veld. Het aanleren van de herkenning van een geur of geurdiscriminatie in gecontroleerde omstandigheden, lukt meestal vrij snel over enkele weken of maanden. Ook de mate van generalisatie moet getraind worden bijvoorbeeld: moet de hond alle mierensoorten aanduiden of enkel één soort? Maar dan begint het nog maar. De uitdagingen in het veld vormen een onderdeel waar stapsgewijs op moet getraind worden, wat de trainingsduur verlengt. Zo is vaak het zoekdoel niet direct zichtbaar voor de begeleider waardoor hij/zij moeilijk kan bevestigen of de aanduiding correct was. Dat vraagt een specifieke aanpak om de motivatie hoog te houden. Ook de zoekstrategie moet aangeleerd worden: moet de hond intensief kleine oppervlaktes onderzoeken, in de hoogte, in struiken,....  Een hond die al getraind is op een andere geur, kan wel op meerdere geuren getraind worden, waarbij de overzet naar een nieuwe geur minder lang duurt.

De kostprijs voor het inzetten van detectiehonden is afhankelijk van verschillende factoren. Momenteel zijn er voornamelijk vrijwilligers aan het werk in de sector en enkele professionele trainers die vrijwilligers opleiden. Vrijwilligers werken vaak voor een beperkte onkostenvergoeding. In het buitenland zijn er meerdere beroepstrainers die detectiehonden inzetten voor ecologische doeleinden. Hun prijzen variëren van 500 tot 1.000 euro per dag inzet.  

De kosten voor een detectiehond houden in: de tijdsbesteding van de begeleider/trainer, het voorzien van een trainingsplaats, de verzorging van de honden (voer, medische kosten,..), uitrusting (zoektuig, ...), materiaal aangepast aan de op te sporen doelen (bescherming van de ogen of poten,...), de kosten voor de geleider van de hond (verplaatsing,...), .....

Detectiehonden kunnen worden ingezet in de landbouwsector voor verschillende toepassingen. Ze kunnen plagen en ziekten detecteren zoals schadelijke insecten, larven, of pathogenen die gewassen kunnen beschadigen. Opsporen van illegale stoffen, zoals pesticiden die niet zijn toegestaan. Bescherming van diersoorten: om schade door machines aan beschermde diersoorten op de akkers te vermijden, kunnen honden preventief ingezet worden. 

Uit onderzoek op woestijnschildpadden is gebleken dat er geen verschil is in de bewegingen van de schildpadden die door ecologische detectiehonden gevonden werden tegenover de schildpadden die door een mens gevonden werden.  Er kwamen ook niet meer predatoren op af.  Dit moet wel voor elke soort apart grondig opgevolgd worden. Het doel is een minimale impact op de zoeken soort, ook bij de aanwijzing door de hond. Een hond die bijvoorbeeld amfibieën zoekt, mag geen contact maken met het dier. Hij moet de plaats leren aanduiden door erbij te zitten en met de neus in de richting te wijzen.  

Terwijl jachthonden getraind worden om achter prooidieren of geschoten wild te zoeken en deze eventueel te apporteren, wordt bij ecologische detectiehonden verwacht dat de hond het te zoeken dier met rust laat en enkel een aanduiding geeft dat het dier daar zit, in nabijheid van de trainer. Dat vraagt om een aangepast training.